De ruimte vol,
de volheid ruim
en alles wat daarin verschijnen kan,
is leeg van volheid
en vol van leegheid.
Het komt en gaat
en ruimte blijft,
volkomen onverwoestbaar kalm.
Die kalme ruimte
leeg van volheid
en vol van leegheid
blijk IKzelf te zijn
Volkomen onverwoestbaar kalm …