De bladeren
gevallen op de plek
die al zolang
was voorbestemd
Wachten tot worm
en tor en ander
lief gedierte
ze langzaam in
hun kleine lieve maagjes
verteert tot compost
Als na de zonnewende
de winter intree doet
beschermt de bladerlaag
al ’t tere ontkiemende
Zo beschermt
de afgestorven vorm
het nieuwe en het tere
en voedt en sterft
en sterft en voedt
tot in het eindeloze …