Ik knip de halmen van het lange gras
en zie een nieuwe onbekende wereld:
van slakjes, mieren, spinnen,
en veelgekleurde kevers;
zomaar, als ik, mijn knieën op de grond,
de schaar het werk laat doen.
De vlaamse gaai
duikt keer op keer
de struik in
met het merelnest
en weet zich dan verjaagd
door moeder merel
en de hond en mij,
en de jasmijn stort
duizend geuren uit
terwijl ik peultjes eet …
De kippen springen spinnen uit de struiken
en eten de voor mij bedoelde bessen
Het bord gevuld
met groenten uit de tuin
gegroeid, zomaar,
en verweg rolt de donder
misschien bestemd voor hier
Wat is het paradijs dichtbij
voor mij die zien wil hier en nu.
Niet meer dan dit is nodig
Voor diepe vrede en een zucht
van eindeloze, tevreden,
innige en diepe
verbondenheid met Mij …
Christine heb je ook een moestuin?
Wat een heerlijkheid!
Grtjs,
Marie-Bernadette