Geduld komt van dulden. Als we zeggen: Ik heb geduld, zeggen we: Ik heb (het) ge-duld; ik heb het toegestaan.
Dulden is wachten tot het anders wordt. Het is toestaan dat de situatie of de persoon of de wereld nu zo is en willen dat het anders is/moet zijn … “Ik sta nu toe dat de wereld zo is, ik duld dat de wereld nu zo is, ik heb geduld (dat de wereld nu zo is en wacht) tot de wereld anders is”.
Geduld is een woord dat gebruikt wordt als er weerstand is tegen wat is. “Heb geduld” zeggen we tegen onszelf of tegen anderen als we in ons weerstand voelen tegen wat is. Wie moet geduld hebben? Wie wacht erop dat er iets anders wordt? Wie wil dat het anders wordt?
Als overgave aan ‘wat is’ vanzelf gekomen is, dan ben je geduld. En dan heet het geen geduld meer. Het bestaat niet meer. Dan is geduld opgelost in de overgave; en de overgave is opgelost in vrede …
mooi.. geduld..
ik heb het met sommige dingen heel veel en met andere dingen absoluut niet, en ben ik snel geirriteerd,
een moeilijke combinatie denk ik hé,
liefs
klaproos